Er werd een doos binnengebracht met daarin de door hem bestelde papierversnipperaar. Hij mocht een bepaald bedrag aan kantoormeubilair en kantoormachines uitgeven, maar de limiet was nog niet bereikt. En een versnipperaar was nooit weg, wist hij uit zijn tijd als wethouder in Eindhoven. Er schoot hem te binnen dat er toevallig vanochtend in een van de opengeslagen kranten een artikel had gestaan over cokegebruik in verschillende Europese steden. Dat Amsterdam bovenaan stond was geen wonder. Volendam op plek drie echter, was opmerkelijk. Maar helemaal knotsgek werd het pas met Eindhoven op een vijfde plaats. Het stuk maakte melding van routineus drugsgebruik aan de Universiteit, bij Philips en op het Stadhuis, ‘…een praktijk die is ingezet tijdens het wethouderschap van huidig ZP-Fractievoorzitter Harry Kardol.’
Vreemd, dacht Harry, die zich van geen kwaad bewust was. Hij schoof zijn stoel naar achteren. Zelf had hij niet of nauwelijks coke gebruikt. En iets anders ook niet, hij was van ruim vóór de xtc-generatie. Was hem dan zo veel ontgaan gedurende zijn tijd op het stadhuis? Als je het letterlijk nam, was dit alles geen wonder: hij had zijn wethouderskamer nauwelijks van binnen gezien, dus veel merkte hij niet van de gang van zaken. Ook was hij inmiddels vergeten of hij de personeelsafdeling in portefeuille had. Coke gebruikte je meestal op de wc, wist hij van Neon. De burgemeesters en de wethouders hadden daarvoor een apart hokje: logisch dat hij nooit wat had gemerkt. Over tot de orde van de dag, dat was al ingewikkeld genoeg.