Toekomstig oud-redacteur Evert van Zuiden overdenkt zijn zonden. En die van Harry.

Gedemotiveerd raapte Evert de krant op en legde hem op de rand van de salontafel. Hij kon er amper bij. Daarna ging hij maar weer verder met het begieten van de plantjes. In feite had Dennis gelijk. Op Harry kon je inderdaad niet altijd rekenen, sterker nog: op Harry kon je eigenlijk nooit rekenen. Als hij iemand ontsloeg, nam hij hem de volgende dag weer aan. Leuk voor de ontslagene, maar veel geloofwaardiger werd je er niet op, als hoofdredacteur. Hetzelfde gold voor de bonnetjes. Er belandden nu en dan verschillende nota’s op zijn bureau met dezelfde datum en tijd. Dat klopte dus niet: óf Harry had aan een leverancier gevraagd de bon te veranderen – wat stom was, want Evert kwam er hoe dan ook achter, zo groot was de regio Eindhoven nou ook weer niet – óf Harry verzamelde ook de facturen van iemand anders. Van Neon bijvoorbeeld of van één van zijn lovers. Wat moest Harry anders bij een nailstudio, een kapperscongres of een sportschool? Niets natuurlijk.

Wel viste Harry altijd precies díe enveloppen uit de brievenbus waarvan hij wist dat het de premièrekaartjes waren van de Nederlandse Opera, het Nationaal Ballet of het Nederlands Danstheater. Als Evert dan later de persvertegenwoordiger aan de telefoon had die vroeg waarom er in het Homo Blad geen recensie had gestaan, moest hij naar waarheid antwoorden dat hij geen toegangsbewijs of iets wat daar op leek had gezien. Geen wonder: Harry was met Neon of met iemand anders wel naar de voorstelling geweest, maar had geen mens er wat van verteld.

Iets dergelijks gold voor bespreekexemplaren van boeken. Door Harry aangevraagd, betekende: verstuurd naar diens privéadres. Daardoor kwam het dat de hoofdredacteur die nou niet bepaald bekend stond om zijn belezenheid, laat staan om zijn parate kennis, toch beschikte over een bibliotheek waar menig buurman – vaak gepromoveerd of zelfs hoogleraar – jaloers op kon zijn. Harry besteedde soms complete avonden aan het maken van vouwbewegingen in de rug en het in rap tempo omslaan van pagina’s om het boekwerkje in kwestie een stukgelezen uiterlijk te doen geven. Dat kon mooi worden gecombineerd met het beluisteren van cd´s of het bekijken van dvd´s die hij ter recensie had aangeboden gekregen, of liever: had opgevraagd. Het resultaat was hetzelfde: Harry genoot ervan, maar er verscheen niets over in het Homo Blad.

Het was een raadsel waarom het kersverse Kamerlid dit gedrag zo lang had kunnen volhouden. Je zou er na twee of drie pogingen toch mee ophouden als je redacteur, uitgever of producent was? Maar nee hoor: seizoenenlang zat Harry eerste rang in het Muziektheater, tussen de voormalige PvdA-vrienden van Rien Spijker die allemaal wél voor hun kaartjes hadden betaald. Dat Harry zich na afloop in Amsterdamse vijfsterrenhotels verder liet vertroetelen, vergat Evert in zijn vergevingsgezindheid maar even.