Monthly Archives: February 2015

Norbert Splint

Vmbo-woordenboek

Nog niet zo lang geleden schreef ik op deze plek dat iedereen die na 1968 was geboren nauwelijks onderwijs heeft genoten. Inmiddels is ook de politiek daarvan doordrongen, getuige het rapport van de commissie Dijsselbloem. Dit voorjaar echter werd een nieuw dieptepunt in het kennisniveau van jonge Nederlanders bereikt dat wordt gemarkeerd door het woordenboek Nederlands voor vmbo’ers en mbo’ers. Het zou moeten aansluiten bij het kennis- en taalniveau van vmbo-leerlingen en mbo-studenten. Over onderwijsinflatie gesproken: vroeger waren ‘studenten’ mensen die studeerden aan een universiteit, nu geldt die kwalificatie ook voor scholieren die beroepsonderwijs volgen. Maar goed: terug naar dat vmbo-woordenboek.

‘De manier van uitleggen, de voorbeeldzinnen en de vormgeving zijn precies passend voor deze gebruikers,’ aldus een woordvoerder van Uitgever Van Dale. De definities in het woordenboek zijn kort en bevatten geen moeilijke woorden of afkortingen. Voorts wordt de bruikbaarheid vergroot door 650 tekeningen die de betekenis van een woord verduidelijken. ‘Voor meer leescomfort’ is een groter lettertype gebruikt. Het lidwoord is opgenomen vóór het op te zoeken woordje en een voltooid deelwoord of andere werkwoordsvervoeging verwijst onmiddellijk naar het werkwoord zelf. ‘Hierdoor kunnen meer woorden gevonden worden en leert de student de juiste werkwoorden bij de vervoegingen goed te vinden.’

Nog nooit zag ik de infantilisering van het onderwijs zo duidelijk omschreven. In plaats van leerlingen op te tillen naar het niveau dat uiteindelijk van ze wordt verwacht, wordt afgedaald naar de kinderlijke leefwereld van Jip en Janneke-taal en Ot en Sien-prentjes. Als vmbo’ers al weten wie dat zijn. Dit woordenboek is een knieval voor slecht Nederlands sprekenden en de incompetente druiloren die ze correct Nederlands zouden moeten bijbrengen. Het is een typcursus voor Parkinsonpatiënten, een nationaal dictee voor dyslectici, een dirigentenopleiding voor doven. Nou ja, laten we er maar het beste van hopen. Wanneer vmbo’ers hun leraar voor ‘homo’ uitschelden, kunnen ze de betekenis in ieder geval netjes terugvinden: ‘een man die van mannen houdt’.

Gay Krant, april 2008

Carnaval!

Maar er was meer aan de hand. Alle politieke partijen verenigden zich een keer per jaar tot een veelkoppig monster met talloze tentakels. De naam van het beest was Carnaval en het werd voortgedragen op een praalwagen van meer dan twintig verenigingen die dit festijn in Eindhoven, excuus: Lampegat, organiseerden. PSV mocht dan weliswaar niet elk seizoen kampioen worden: Carnaval werd het ieder jaar weer. De vergaderingen die de carnavalsverenigingen belegden verschilden niet veel van de beraadslagingen in de gemeenteraad: de onderwerpen waren hetzelfde en het niveau ook. Alleen was de Burgemeester er niet bij: dat was immers geen Eindhovenaar, maar naar goed landelijk gebruik een gesjeesde PvdA-politicus uit de Randstad.

Toen Harry zich op zekere dag kandidaat stelde voor de functie van Prins Carnaval ontstonden er moeilijkheden. Immers: de prins wist zich altijd vergezeld van een lieftallige jonge prinses die er bij voorkeur maagdelijk en onschuldig uitzag. En als het even kon de dochter was van een Eindhovense kroegbaas, waterbeddenverkoper of begrafenisondernemer. Het vrouwelijke equivalent dus van de misdienaars in de Catharinakerk.

Dat Harry het bed deelde met Jaap was een publiek geheim, maar verder geen punt. Alleen: de carnavalsprins en zijn adjudant inzetten als homopromotie lag in het Katholieke Zuiden halverwege de jaren ’70 nog gevoelig. Harry toonde zich ontstemd en dreigde, met hulp van de plaatselijke PSP, de publiciteit te zoeken. Maar daar hadden de carnavalsverenigingen – of de gemeenteraad, dat wist niemand meer achteraf – iets op gevonden.

Want de elfde van de elfde was nog niet aangebroken of de duiventil van Lampegat stond weer eens wagenwijd open. Het Eindhovens Dagblad, niet geheel toevallig schuin tegenover het Stadhuis gevestigd, raakte niet uitgeschreven over de talloze ambtenaren en politici die rollebollend over straat gingen en ten slotte op de keien belandden. De meest prominente figuur in het conflict, dat ging over de overschrijding van het budget voor negentig meter fietspad in een winkelgebied, was een VVD-wethouder die moest aftreden wegens loslippigheid. Maar nog veel zichtbaarder was een corpulent Gemeenteraadslid van dezelfde partij, dat zich half november ten stadhuize meldde om hem op te volgen. Alle puzzelstukjes vielen op hun plaats. Een gezellige Eindhovense banketbakker die luisterde naar de naam Alex Michiels – absoluut geen familie van de jonkheren Michiels van Kessenich – werd Prins Carnaval. En tot wethouder van Onderwijs en Economische zaken werd benoemd: Harry Kardol.