Marinus van der Lubbe, de vermoedelijke brandstichter van de Duitse Rijksdag, heeft sinds januari van dit jaar een nieuwe gedenksteen. Een terecht eerbetoon, maar het kleine kubusvormige monument ligt wat zielig op een groot veld vol anonieme graven.
Op het blok van kalkzandsteen, niet toevallig afkomstig van de restanten van de Rijksdag, staat een door Van der Lubbe zelf geschreven gedicht. De eerste zin, ‘Es darf…’, vind ik de veelzeggendste. De grafbedekking is wat sober en je zou zeggen: het kan wat mooier. Maar dat zal wel niet meer gebeuren.
Voor Vakblad Uitvaart ging ik op en neer naar Leipzig om op het Zuiderkerkhof aldaar het graf te bezoeken – en om een cantatedienst bij te wonen met muziek van Bach en Mendelssohn. Publicatie binnenkort. Maar zo rond 4 mei dacht ik, kom: dit verdient toch wel een posting.