Author Archives: Norbert Splint

About Norbert Splint

Welkom op het privéblog van de Amsterdamse tekstschrijver Norbert Splint. Op dit blog lees je over zijn verbazing, ergernis en woede. Er wordt van alles de stront in geduwd: de vanzelfsprekendheid van een gezinsleven, de noodzaak van een publieke omroep, de PvdA, GroenLinks, kortom: je kunt het zo gek niet bedenken of het is onderwerp van een posting. Rustig of druk, zwalkend of strak, rancuneus of vergevingsgezind: alle gemoedstoestanden komen langs. Verdere gespreksonderwerpen: ‘Wat moeten mensen toch buiten de stad?’, ‘Het onnatuurlijke van heteroseksualiteit (of: van monogamie)’ en ‘Waarom vrouwen zo graag fietsen.’ Verder lezen? Doen!

Interview Douwe Lodewijk in Gay News

Interview Douwe Lodewijk in Gay News

In het pride-nummer van Gay News een openhartig interview met Douwe Lodewijk, voorzitter van de Koninklijke Industrieele Groote Club (IGC). Zijn stelling: de IGC zet de deuren open en het mag wel wat diverser allemaal. Lees zijn verhaal, opgeschreven door bovengetekende. 

Hello Gorgeous!

Sinds 1 februari schrijft Norbert Splint voor Hello Gorgeous. Ondertitel van het magazine: schaamteloos over hiv. ‘Het tijdschrift is voor iedereen die leeft met hiv. Iedereen die een vriend, vriendin, kind of een oma of opa heeft met hiv. Iedereen die werkt met hiv en iedereen die geïnteresseerd is in hiv,’ aldus de website. Norberts eerste bijdrage verschijnt in het voorjaarsnummer en is een interview met Alkmaarder Rolf Berentsen. Diens motto: ‘Altijd moed houden!’

Kerstcantate in Gay News

‘Het iconische verhaal De groeten van pater Visser ademt de sfeer van De Avonden.’

‘Treurige verhalen voor onder de kerstboom.’

‘Die laatste vertelling [Zijn naam was Stratos] vormt de apotheose van deze vertellingenbundel. Alles komt langs: de teloorgang van vroegere instituten als de PvdA, het COC en de kerk, bevolkt door personen die in Splints eigen woorden ‘leven met een beperking, gehandicapt zijn of invalide zijn of ongeneeslijk ziek en niet meer beter worden.’

…aldus de literatuurredactie van Gay News december 2021.

https://www.gaynews.nl/auteur/Norbert-Splint/

Kerstcantate: verhalen vol eenzaamheid…

“Als er één woord is dat me te binnen schiet bij het lezen van dit boek, dan is het wel eenzaamheid. Of het nu komt door wantrouwen, niet gehoord worden, geen ruimte krijgen, verlaten worden of verlies, alle personages hebben in wat geschetst wordt als het troosteloze Noord-Holland te maken met een gebrek aan verbinding met hun naasten. Splint weet deze eenzaamheid mooi te vangen in zijn gedegen geschreven verhalen.”

Dennis Mulder in de Gaykrant

Kerstcantate nu te bestellen

Lockdown of niet, vanaf nu te bestellen bij (onder anderen) onze vrienden van Scheltema aan het Rokin te Amsterdam: Kerstcantate, vijf wintervertellingen. In de link mist de afbeelding en de subtitel is verkeerd gespeld, maar dat mag de leespret niet drukken. Dus: verdrijf de eenzaamheid en stop mijn boek in iemands schoen of leg het onder de kerstboom. Doen!

https://www.scheltema.nl/boek/?authortitle=norbert-splint/kerstcantate–9789493240704

Over een maand is het zover

Nog dertig nachtjes slapen en Kerstcantate ligt in de (online) winkel. Een prachtig boek met vijf verhalen over mensen die ongeneeslijk ziek zijn en niet meer beter worden. Of een ongeluk hebben gehad. Of homo zijn of lesbo of alles tegelijk. Het loopt tegen kerst en ze weten een ding zeker: nu gaat eigenlijk alles fout. Kortom: Kerstcantate is hét Sinterklaascadeau voor jong en oud of dé verrassing voor onder de kerstboom. En: niet duur. Voor € 17,50 is het boek van jou zodra het van de drukpers komt. Doen!

Nieuw boek: Kerstcantate

Ja mensen: kerst valt vroeg tegenwoordig. Op 1 december a.s. verschijnt bij Uitgeverij U2pi mijn nieuwe verhalenbundel Kerstcantate. Geen inclusie, geen diversiteit, geen woke, maar wel sfeervolle verhalen die lekker weglezen. Dus: veel ongeneeslijk zieken, veel PvdA en veel COC.

In Kerstcantate worden in vijf verhalen even zoveel hoofdpersonen ten tonele gevoerd die zich rond kerst realiseren dat ze zich behoorlijk in de nesten hebben gewerkt. De een ziet zich voor de onmogelijke opgave geplaatst een Bachcantate uit te voeren, de ander moet zich vlak voor kerst zien te verzoenen met zijn adoptievader die niets voor hem betekent – en omgekeerd – en nummer drie is een middelbare scholier die in zijn eentje een huishouden bestiert waarin alles draait om zijn zwakzinnige broer.

In een realistisch verhaal over de ondergang van een homobelangenvereniging legt een barmedewerker het aan met een Syrische asielzoeker om zich tijdens zijn laatste bardienst, eind december, te realiseren dat al zijn inspanningen voor niets zijn geweest. En in het slotverhaal ziet een bijstandsgerechtigde longkankerpatiënt zijn hondje sterven onder de kerstboom. Vijf personen die worstelen met hun seksuele voorkeur, met de spanning rond kerst, maar vooral met zichzelf. Setting: Noord-Holland boven het Noordzeekanaal, begin twintigste eeuw; de winter is net begonnen, maar het vriest nog niet echt.

Op de begraafplaats


Wat doe je nou telkens op die begraafplaatsen? Dat is een vraag die me via de socials en in real life vaak wordt gesteld. Antwoord: zoek er maar niet zoveel achter. Voor een van mijn opdrachtgevers verzorg ik samen met collega’s maandelijks een rubriek in een vakblad ‘dat erover gaat’.

Nu en dan krijg ik een hint van leden van een vereniging voor funerair erfgoed, andere deskundigen of een van de vele vrijwilligers die historische begraafplaatsen runnen. Ik bezoek dan het kerkhof, soms met een fotograaf, maar meestal alleen, geef een eerste indruk, lees me verder in en ik interview een betrokkene. Soms is een begraafplaats om andere dan historische redenen bijzonder. Er bestaan dodenakkers op een chemische fabriek, in sloppenwijken of in een moeras.

Ooit bezocht ik een begraafplaats die technisch gezien op een groot vliegveld lag, in Griekenland belandde ik in knekelhuisjes van verschillend formaat (met een al even verschillende inhoud) en dichter bij huis was ik in een fraai paviljoentje dat was gebouwd om schijndoden te herbergen. Samen met mijn echtgenoot liepen wij over een begraafplaatsje nabij het Japanse Hiroshima waar de urnen met as van een groot deel van de familie van zijn moederskant lag begraven (zie foto).

We leven en dus gaan we dood. Wat er daarna gebeurt weet niemand, maar met de stoffelijke resten van wie we ooit waren gaan we maar op een paar manieren om. Enkele uitzonderingen daargelaten: verbranden, de zee in of de grond in. Het hoe en waarom van het laatste geval – en bijvoorbeeld voor wat voor merkteken wordt gekozen (van bordje tot grafkapel) – is interessant genoeg voor een maandelijks onderzoek. En oh ja: voor tips weet je me te vinden.